bliksemen

bliksemen
{{bliksemen}}{{/term}}
I 〈onovergankelijk werkwoord〉
[vuur schieten] fulgurer
[vallen] dégringoler
[voorbij flitsen] passer comme un éclair
voorbeelden:
1   bliksemende ogen un regard foudroyant
2   ik ben van de trap gebliksemd j'ai dégringolé dans l'escalier
II 〈overgankelijk werkwoord〉
[gooien] flanquer
voorbeelden:
1   iemand eruit bliksemen flanquer qn. à la porte
III 〈onpersoonlijk werkwoord〉
[lichten] faire des éclairs

Deens-Russisch woordenboek. 2015.

Игры ⚽ Поможем написать курсовую

Share the article and excerpts

Direct link
Do a right-click on the link above
and select “Copy Link”