- bliksemen
- {{bliksemen}}{{/term}}I 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [vuur schieten] fulgurer2 [vallen] dégringoler3 [voorbij flitsen] passer comme un éclair♦voorbeelden:1 bliksemende ogen • un regard foudroyant2 ik ben van de trap gebliksemd • j'ai dégringolé dans l'escalierII 〈overgankelijk werkwoord〉1 [gooien] flanquer♦voorbeelden:1 iemand eruit bliksemen • flanquer qn. à la porteIII 〈onpersoonlijk werkwoord〉1 [lichten] faire des éclairs
Deens-Russisch woordenboek. 2015.